08.7 | India - land van tegenstellingen - Reisverslag uit Mahabalipuram, India van Jacqueline & Michel - WaarBenJij.nu 08.7 | India - land van tegenstellingen - Reisverslag uit Mahabalipuram, India van Jacqueline & Michel - WaarBenJij.nu

08.7 | India - land van tegenstellingen

Door: jamiopreis

Blijf op de hoogte en volg Jacqueline & Michel

02 Januari 2011 | India, Mahabalipuram

Wat is dat toch met dit land, dat je er enerzijds ontzettend graag naar toe wilt want het is ontegenzeggelijk anders en bijzonder, en anderzijds blij en opgelucht als je het land weer gaat verlaten. Aantrekkelijk en afstotelijk in één, twee zijdes van één en dezelfde munt.
We hebben het de afgelopen 40 dagen enorm naar onze zin gehad, genoten en heel veel meegemaakt maar - om eerlijk te zijn - vinden het ook weer heerlijk om het achter ons te laten. Een bekend gevoel bij India, de andere twee keren dat we hier zijn geweest is ons hetzelfde overkomen. Het land is in de loop van de weken beetje bij beetje figuurlijk onder de huid gekropen en letterlijk onder de nagels gaan zitten. 'Never a dull moment', geen moment van verveling, er gebeurt echt iets met je als je in India bent.

Omdat alles zo anders is dan je thuis gewend bent roept het voortdurend vragen op waar je antwoord op probeert te vinden of waar je over na loopt te denken. Nergens denk je zoveel na over wat je ziet en meemaakt als hier. De armoede, de cultuur, de religies, de vuiligheid, de overbevolking, de voor- of achteruitgang der dingen, het stof en de luchtverontreiniging en boven al: hoe gaat en moet dit verder. Wezenlijke vragen en gedachtes waar je iedere minuut van de dag mee bezig bent. Met alles wat je ziet, ondergaat en meemaakt kom je daar niet om heen.


Over bevolking en hygiëne

India heeft een bevolking van een kleine 1,2 miljard zielen en de prognoses zijn dat de bevolking nog doorgroeit naar 1,6 à 1,7 miljard rond 2050 waarbij het meer inwoners dan China zal hebben en het grootste inwonersaantal ter wereld.
India is een groot land en als je er door reist ervaar je vrij snel hoe dun bevolkt het platteland is en hoe enorm uitgestrekt de natuur hier nog kan zijn. India heeft - nog wel - enorme natuurreservaten waar ruimte is voor exotisch wildleven als tijgers, kuddes olifanten, neushoorns, krokodillen en heel veel meer, uniek in de wereld. Behalve de ruimte die er nog voor ze is moet het feit dat vrijwel alle Indiërs vegetariër zijn de beesten het idee geven dat ze niet bedreigd worden. Maar schijn bedriegt want ook hier staan al die nationale parken onder druk. Door de bevolkingstoename, uitbreiding van landbouwgebieden, expansie van dorpen, steden en industrieën.

Uitgestrekte landbouw- en natuurgebieden dus maar zodra je het eerste het beste dorpje of stad binnen komt ervaar je direct de totale overbevolking. Heel simpel: veel te veel mensen en te weinig ruimte. Onvoldoende ruimte om met z'n allen te wonen, veel te weinig infrastructuur om het bijzonder overspannen verkeer ruimte te bieden, te veel afval waar niets mee wordt gedaan en veel te weinig fatsoenlijke hygiënische omstandigheden. Het volgende artikel, onlangs in de krant, spreekt boekdelen:


Gebrek aan toiletten kost India 41 miljard
ANP 20/12/10

NEW DELHI - Een tekort aan toiletten en slechte hygiënische gewoonten kosten India ieder jaar 41 miljard euro. Dat maakte de Wereldbank maandag bekend.
Het toiletpottentekort zorgt op allerlei gebieden voor economische schade. Zieke mensen overlijden vroegtijdig, zieken krijgen dure behandelingen, werkenden produceren minder en veel toeristen mijden India.
Volgens de Wereldbank krijgen ieder jaar 575 miljoen mensen in India diarree en 450.000 mensen overlijden daaraan. Ziekten als trachoom en malaria die door parasieten veroorzaakt worden, en wormen tieren ook welig door het gebrek aan sanitaire voorzieningen en hygiëne.
De Wereldbank gebruikte voor het onderzoek gegevens uit 2006, maar zegt dat de situatie vandaag de dag nauwelijks afwijkt van die van vier jaar geleden.


Onvoorstelbare aantallen waar je je, helaas, alles bij kunt voorstellen als je rondreist. Op busstations waar duizenden mensen dagelijks hun behoefte staan of zitten te doen, niet op een toilet maar langs de randen van het terrein, tegen muurtjes, in greppeltjes of het slootje dat er is. Of was het helemaal geen sloot maar het resultaat van nijver door piesen?
Maar niet alleen daar, eigenlijk gewoon overal omdat er inderdaad geen toiletten in de buurt zijn. En bovenal omdat het cultureel aanvaard is. Op een rijtje gehurkt naast elkaar zitten zonder acht op elkaar te slaan, de kunst verstaan om de mensen naast je niet te zien en zodoende een omgekeerde vorm van privacy te creëren. Een beetje zoals kleine kinderen dat doen, wanneer ze de handen voor hun ogen houden er van uit gaan dat ze er dan niet meer zijn - ik zie jou niet dus zie jij mij niet. Als je met zo veel mensen bij elkaar bent en er is zo weinig ruimte voor privacy lijkt het een probaat middel.

Met alleen de toiletten ben je er niet, er is ook een ernstig gebrek aan schoon water, goede wasgelegenheden, fatsoenlijke rioleringen en waterzuiveringen. Je ziet nog steeds enorm veel vrouwen met waterpotten op het hoofd lopen - leuk voor het plaatje, helemaal niet leuk als je kilometers moet lopen voor vers drinkwater.
Mensen wassen zich in rivieren en stroompjes - ook wanneer het er niet zo fris uitzien - en de was en afwas in hetzelfde water. En dat in de wetenschap dat de - vaak open of slecht onderhouden - riolen veelal op dezelfde wateren worden geloosd. Je ziet het en maar al te vaak ruik je het ook. Inktzwart water, door en door verrot en behalve open riool ook een mooie plek om al het andere afval te storten. Gevolg: muggen, malaria, andere ziektes.

Aan de rand van die plekken wonen toch altijd weer mensen waar je vrij zeker van kan zeggen dat ze op de allerlaagste trede staan in het nog immer heersende kaste-stelsel. De onaanraakbaren of Dalits - het woord paria komt uit deze cultuur - de schoonmakers van deze maatschappij versus de Brahmanen aan de andere zijde van het spectrum. Een manier van denken die iedere vorm van vooruitgang in de weg staat want de hogere kastes gaan er zonder meer vanuit dat hun troep hoe dan ook wordt opgeruimd door de paria's. Er aan voorbijgaand dat ze gaande de dag toch echt in hun eigen troep rond lopen en dat er geen of onvoldoende voorzieningen zijn om de troep af te voeren, met alle gevolgen van dien.


De straat op

Te veel verkeer, te veel mensen en - niet onbelangrijk - heel veel loslopend vee en dieren. Je komt alles tegen op de weg, lopend, rijdend en liggend. In de dorpen en steden maar al te vaak slecht onderhouden straten, bijna nooit een stoep, meestal stoffige stroken zand. Het netwerk aan wegen tussen de steden en dorpen veelal tweebaans wegen, zeg maar als onze provinciale wegen. Met dit verschil dat de conditie vele malen slechter is - gaten, scheuren en vaak hele stukken die helemaal niet zijn geasfalteerd - en bovenal zijn er door het hele land heel veel drempels gemaakt, zogenaamde snelheidsbrekers. In de praktijk nog meer hotsen en botsen dan nodig zou zijn. Door de enorme drukte op de wegen is het onmogelijk om harder dan 60 km per uur te rijden dus het breken van snelheid is niet echt aan de orde. Wat heet, door al het remmen en optrekken ontstaat er alleen maar meer lawaai, meer vergiftigende wolken uitlaatgas en het meest idiote verkeersgedrag dat je je maar kan voorstellen.

De meeste Indiërs krijgen - naar ons idee - hun rijbewijs bij een pakje boter. De meeste verkeersdeelnemers hebben überhaupt geen rijbewijs want dat zijn de voetgangers, fietsers, brommer- en motorrijders. Los van alle ossenkarren, tuktuks, riksja's, handkarren en loslopend vee waarvan koeien, buffels, geiten, honden en apen de grootste groepen vormen maar af en toe een olifant kan je ook tegenkomen. Allemaal op hun eigen snelheid met als gevolg dat alles en iedereen voortdurend met inhalen bezig is wat weer leidt tot levensgevaarlijke toestanden.
Aangezien er, zo lijkt het, maar een paar verkeersregels zijn - toeteren, met je lichten knipperen en richting aangeven door je hand uit te steken - ook voor auto's en bussen, komt het verkeer behoorlijk anarchistisch over. Iedereen doet waar hij of zij zin in heeft en houdt alleen rekening met zijn voorganger want daar moet je niet mee in botsing komen.
De hiërarchie in het verkeer is helder: van groot naar klein. Bussen en vrachtauto's - daar zijn er heel erg veel van en vrijwel allemaal van die gietijzeren zware apparaten zonder vering en zwarte wolken gif uitstotend - staan bovenaan. Daarna de jeeps en kleinere bussen, de personenauto's, tuktuks, motoren, brommers, fietsers en - helaas, helaas - het lopende volk telt niet mee. Deze groep kan zich niet laten horen en is zeer kwetsbaar. De rest van de verkeersdeelnemers laat zich, zonder uitzondering, wel horen: toeterend! Als je het nooit hebt meegemaakt is het bijna niet voor te stellen, vierentwintig uur per dag kakafonie. Iedereen toetert voortdurend, om te laten weten dat ze er aankomen, dat alles wat kleiner is in rangorde op moet sodemieteren en aan de kant moet gaan. Bussen en vrachtauto's bedienen zich van een soort scheepshoorns en al het andere gemotoriseerde tuig toetert er ook lustig op los. Overigens volkomen legaal want weldegelijk een verkeersregel: Please Horn, Blink your Lights!
Als voetganger ben je echter aan de goden overgeleverd. Niemand zal voor je stoppen, een straat oversteken is een levensgevaarlijke exercitie en maar al te vaak kom je vast te staan op het midden van de straat met twee stromen auto's naar links en rechts die niet van plan zijn om te stoppen. Ieder voor zich, Ganesh voor allen...

Op de 'snelwegen' is het ronduit gevaarlijk. Ondanks tegemoetkomend verkeer wordt er toch ingehaald en het komt regelmatig voor dat de tegenliggers - van de bus waar wij dan in zitten - geen andere keuze hebben dan de vluchtstrook. Eufemisme voor de met gaten en kuilen voorziene strook zand of modder langs de wegen en tevens de paadjes waar fietsers en voetgangers gebruik van moeten maken. En al te vaak wonen en werken mensen ook strak tegen de weg dus veel uitwijk blijft er vaak niet over.
Het inhalen gaat gelukkig meestal goed maar omdat de zijstroken van de wegen van zand zijn - heel India lijkt gemaakt van donker rode aarde - is het erg stoffig op de weg. De meeste bussen hebben geen glas in de ramen - wel vaak tralies - maar zijn gewoon helemaal open en dan kan het stof erg vervelend zijn. Het grote voordeel van die open bussen is de wind die er doorheen waait en de boel lekker koel houdt, de zogenaamde air conditioning.

Waar we ook gereisd hebben, de gemiddelde snelheid komt niet boven de 60 km per uur. Ook de trein gaat niet sneller dan dat. Harder - vliegen niet meegerekend - gaat gewoon niet. Ondanks alle aanduidingen op de bussen van Super Fast, High Speed Express of meer van dat soort superlatieven, het wegennet laat sneller rijden eenvoudigweg niet toe.
De laatste twee weken hebben we wel wat vaker vierbaans wegen gehad en het wegennet is, zeker in vergelijking met 10 jaar, verbeterd. In vergelijking met China loopt India echter 100 jaar achter en het is toch wel spannend om te zien hoe men de infrastructuur de komende jaren gaat aanpakken. Dat dit moet staat buiten kijf want de toename van het verkeer is enorm. Er zijn enorm veel meer personenauto's bij gekomen, 10 jaar geleden een uitzondering, nu een normaal beeld en de komende jaren zal de groei alleen maar doorzetten. Tata - van onze hoogovens - heeft een autootje ontwikkeld - de Tata Pico - wat de goedkoopste auto ter wereld is. Voor tweeduizend euro heb je hem al en het is de grote droom van de aanstormende middenklasse. Maar ook de toename van brommers en motoren is enorm. Financieel bereikbaar voor een nog grotere groep mensen en voor heel veel gezinnen een enorme verbetering qua vervoer. Een heel gezin - vader, moeder, kinderen, soms wel vier - op een brommer is de normaalste zaak van de wereld. De steden en dorpen zijn nu al overvol met brommers en de uitlaatgassen van al die dingen verzieken de lucht misschien wel meer dan de auto's en bussen.

Voor de grotere afstanden zijn de bus en trein echter nog steeds vervoersmiddel nummer één. Ze zitten dan ook altijd vol of zelfs overvol. Met name de bus is erg goedkoop en het moet gezegd, ze rijden vaak en op tijd. Luxe of comfort moet je niet verwachten, die is er eenvoudigweg niet en we hebben al te vaak in bussen gezeten die zo oud en opgelapt waren dat het een wonder was dat die dingen überhaupt nog reden.
Maar het rijdt wel. Je gaat naar een busstation, probeert er achter te komen waar de bus staat die je wilt, stapt in en vijf minuten later ben je onderweg. En zo gaat dat de hele dag door. En hoeveel bussen er ook rijden op een bepaald traject, ze zitten altijd vol, een wonderlijk fenomeen. Voor een afstand van 300 km - 5 à 6 uur rijden - kost een kaartje ongeveer 60 roepie, omgerekend iets minder dan één euro.
De trein - het is al eerder geschreven - blijft qua vervoer de absolute winnaar maar is duurder dan de bus. India heeft een geweldig spoorweg netwerk en de treinen rijden vrijwel altijd op tijd. Maar ook hier is het materieel al zo vaak opgelapt en oud dat een al te groot comfort niet aan de orde is. Ook hier spannend of men kans zal zien om daar vooruitgang in te krijgen. Als ze willen concurreren met China dan hebben ze nog een aardige weg te bewandelen.


Nieuwe infrastructuren

India staat te boek als het opkomende ICT land en steeds meer software en computerservices komen hier vandaan. In tegenstelling tot de dekkingsgraad van toiletten per hoofd van de bevolking is het gebruik van mobiele telefonie hier in de laatste tien jaar tot grote hoogte gestegen. Bijna alle Indiërs hebben zo'n ding - afgaande op wat je ziet kan dat ook wel kloppen - en de hoeveelheid aanbieders van mobiel bellen zijn enorm. Het hele land is vergeven van de reclames van deze aanbieders. In dorpen, steden en langs wegen zijn enorme hoeveelheden huizen en muren volledig beschilderd in de meest bonte kleuren met de namen en reclames van de providers. Het mes snijdt aan twee kanten, voor de huizenbezitters wordt het huis goed in de verf gezet en voor de providers huizenhoge reclames waar geen billboards tegenop kunnen.
De dekking door het hele land schijnt goed te zijn en afgaande op de hoeveelheid zendmasten, zowel in de steden als op het platteland, zou dat goed kunnen kloppen. Over een stad als Madurai heen kijkend is er een woud aan masten te zien, wat het stadsgezicht helaas niet per se te goede komt. Door de enorme concurrentie is mobiel telefoneren erg goedkoop, de in China en India gemaakte mobieltjes ook en dus is mobiel bellen voor nagenoeg iedereen een bereikbare luxe geworden. Naar verluid is de slag om de klant nu zover dat de aanbieders de eerste 15 seconden gratis hebben gemaakt met als gevolg heeft dat de Indiërs en masse hele snelle en onnavolgbare telefoongesprekken met elkaar voeren.

Omdat het land vol staat met al die masten en draadloze netwerken is draadloos internetten ook behoorlijk goedkoop. Verrassend om al die aanbiedingen te zien van dongels en internetsnelheden terwijl je - voor zover we hebben kunnen zien - nergens een laptop kan kopen. Dat zal in de grote steden absoluut anders zijn maar het blijft een verrassend beeld.
Er gaat heel veel geld om in de telecom industrie, een aantrekkelijke tak van sport met 1,2 miljard potentiële gebruikers en nog een flinke groei op komst. Gevolg: corruptie, omkopingen en gesjacher wat hier op de CNN-achtige zenders breed wordt uitgemeten. Als je met mensen praat over politiek of dit soort zaken dan is corruptie snel de terugkerende factor en voor de vooruitgang van India echt een groot probleem.

De vraag naar energie en elektriciteit in dit zich snel ontwikkelend land neemt is iedere dag groter. Een vraag waar - zeker aangaande elektriciteit - niet altijd aan kan worden voldaan want waar we ook zijn geweest, uitval van de stroom is aan de orde van de dag. Een fenomeen waar iedereen op is ingesteld gezien de duizenden generators die overal staan en de kaarsen met lucifers op de kamers.
Het was wel mooi om te zien dat - op onze treinreis van Kanyakumari naar Madurai - we langs het grootste windmolenparken ooit gezien reden. Indrukwekkend en - de wet op de remmende voorsprong in gedachte - de natuurlijke stap die ze hier moeten maken. Vooral omdat India van zichzelf nagenoeg geen olie, gas of kolen heeft dus ze moeten ook wel. En nou maar hopen dat ze ook gaan draaien want er stonden er nog verdacht veel stil, maar toch. Het zou weleens heel goed voor ze uit kunnen pakken.


Voor- of achteruitgang

We hebben de afgelopen weken behoorlijk wat zaken gezien die je als vooruitgang zou kunnen bestempelen. Aanleg van nieuwe wegen en spoorwegen. Het renoveren van diverse stationsgebouwen - op z'n Chinees door met metaalplaten over het oude bestaande gebouw een nieuwe laag aan te brengen - niet persé mooi maar het gebeurd wel. Bouwactiviteiten aan nieuwe flats, luxe appartementen-complexen, nieuwe industrie en scholen. Heel vaak op locaties waar je niet zou willen wonen - vanuit eigen verwende perspectief bezien - of in the middle of nowhere. Zodanig dat je je afvraagt: waarom hier, ver van alles, een enorm groot en nieuw universiteitscomplex bouwen. Er zal vast goed over nagedacht zijn!
Je ziet ook dat veel particulieren hun woonhuizen aan het uitbreiden of verfraaien zijn, altijd een goed signaal van economische vooruitgang. En al eerder beschreven: de enorme toename van particuliere auto's en brommers.

Een ander fenomeen dat als vooruitgang zou kunnen worden gezien is het binnenlandse toerisme. Overduidelijk zichtbaar dat de gegoede middenklasse in India aan het recreëren is geslagen, zelfs zo veel dat we er last van hadden (grapje). Met name de laatste twee weken, rond Kerst en Nieuwjaar overal overvolle hotels en hoge prijzen voor de kamers. Van te voren boeken lukte niet meer dus een aantal keren op de bonnefooi naar volgende plekken. En eenmaal daar, bij bezoek aan de plaatselijke attracties, inderdaad gigantische hoeveelheden van vakantie genietende Indiërs.
Heel erg leuk om te zien en mee te maken, alles nog heel erg in de kinderschoenen, een beetje als Valkenburg in de jaren vijftig. Grappig bijverschijnsel: wij als toeristische attractie. Hoe vaak we wel niet met hele gezinnen - voor 10 seconden vrienden voor het leven - met ze op de foto zijn geweest of dat we even aangeraakt moesten worden om te voelen of we toch wel echt waren. We doen altijd mee omdat we weten dat het andersom ook leuk is om andere culturen te ontmoeten.

Een typisch toeristische activiteit is het tempelbezoek. In Trichy bleken de beelden die je weleens op tv ziet van duizenden mensen die hun Goden gaan aanbidden, ook echt te bestaan. Heel erg veel mensen, georganiseerde chaos. De Hindu-tempels mag je alleen blootsvoets betreden - bij de ingangen bergen met teenslippers - en uren dringen en in de rij staan om uiteindelijk een knieval te mogen maken voor het plaatselijke godenbeeldje. Gepaard gaande met veel kleurstoffen die op voorhoofden worden gesmeerd, olie die over de beeldjes wordt gegoten, kransen van bloemen en schaaltjes met offerspijzen. Terwijl het allemaal niet al te schoon is honderden mensen biddend op de grond, gezinnen die van huis meegenomen rijstprutjes zitten te eten, groepen half wilde apen die rondlopen op zoek naar lekkere hapjes en de tempelolifant die op haar gemak haar behoefte laat lopen. Waar je dan op blote voeten weer langs moet zien te komen. Voor heel veel Indiërs de gewoonste zaak want het is opvallend hoeveel mensen sowieso zonder schoenen aan over straat gaan. Allemaal reuze leuk en antropologisch zeer interessant maar de keren dat er echt te veel mensen waren en we hoe dan ook niet van plan waren om in de rij te gaan staan zijn we huiswaarts gegaan onder het mom: genoeg is genoeg!

Er zijn allemaal vormen van vooruitgang. Toch blijf je voortdurend met de vraag bezig wat de betekenis en consequenties van al die vooruitgang dan is. Vooral omdat je continue rond loopt met het gevoel dat alles sneller achter- dan vooruit lijkt te gaan.
Dat de afbraak en afbrokkeling der dingen sneller gaan en het vooruitgang tegen de klippen op lijkt te zijn. Luchtverontreiniging door toename van het verkeer, onvoorstelbare hoeveelheid stof - we lopen al weken te hoesten en te proesten - de afbrokkeling door het enorm zware gebruik van alle middelen - of het nou over wegen, autobussen of toiletten gaat.
De 400 à 500 miljoen mensen die er de komende jaren nog bij gaan komen. Mensen die, door toename van welvaart, meer gaan consumeren - hun goede recht - maar daarmee meer afval zullen creëren dan ooit het geval is geweest.
Plastic tasjes mogen allang niet meer maar de verpakkingen van al die zakken chips, koekjes en frisdrank - met dank aan Unilever, Nestle en de CocaCola Company - zijn er in tienvoud voor in de plaats gekomen. Vrijwel alles verwordt tot zwerfaval omdat, zo ervaren wij het in ieder geval, er geen systemen zijn voor verwerking van het afval. Het belandt op straat, als het wordt opgeveegd worden het afvalbergen midden in stad of dorp en in het beste geval gaat het over het muurtje of wordt het in de rivier gedumpt zodat het in ieder geval voor het oog schoon lijkt.
Bijna overal zijn slogans terug te vinden waar een appél wordt gedaan de boel schoon te houden en geen plastic te gebruiken maar de omgang met afval lijkt onvoorstelbaar diep geworteld in de Indiase cultuur. De beste illustratie daarvan zijn de spoorwegen. Op de treinen kan je van alles aan eten en drinken kopen - thee, koffie, maaltijden, frisdrank, koekjes, chips en snoep - en alle bekertjes, plastic bestek, borden, petflessen en verpakkingen worden vroeg of laat gewoon naar buiten gekieperd met als gevolg een spoor van afval langs het spoor. Iedere reiziger, maar ook het personeel op de trein, vind het de normaalste zaak van de wereld om alles zo naar buiten te gooien. En helaas is het einde is nog lang niet daar, het consumeren is nog maar net lekker op gang aan het komen.

Het verval en de slijtage in de steden en dorpen, eigenlijk aan bijna alles, is enorm. Het lijkt soms wel of niks meer heel is. Of het komt doordat dingen slecht zijn gemaakt, nooit af zijn gemaakt, er geen onderhoud wordt gepleegd of omdat niemand zich verantwoordelijk voelt, Joost mag het weten. Het heeft er natuurlijk vooral mee te maken dat India nog steeds een arm land is.
Als je over straat loopt moet je voortdurend alert zijn op gaten en kuilen, bergen afval of uitwerpselen van loslopend vee. Een voortdurende achtbaan waarbij je ook nog behoorlijk goed moet opletten dat je niet wordt aangereden want het gevaar schuilt in ieder hoekje. Niet zo gek dat je aan het eind van de dag moe bent maar wat moet het zijn als je hier je hele leven in woont. Wij zijn hier geheel vrijwillig maar voor de mensen hier die moeten overleven in deze jungle is het een zwaar leven.


En toch is het leuk

Ondanks, of dankzij, al het voorgaande hebben we de afgelopen zes weken enorm genoten van het land en de mensen. We hebben voornamelijk aardige mensen ontmoet. Natuurlijk zijn er heel veel die gewoon in hun eigen leefwereld verkeren en dat is prima. Net als bij het poepen kan men een soort van onverschilligheid hebben die afstandelijk of onaardig over kan komen maar wat - volgens ons - alleen gebeurt om weerstand te bieden tegen de massa om je heen. Je bent nou eenmaal nooit alleen, zelfs 's nachts niet. Maar als je dan contact maakt, wat vraagt of een praatje begint dan is vrijwel iedereen open en aardig. We hebben de mensen in Zuid India als relaxter en aardiger ervaren dan de mensen in het Noorden maar dat was ook al weer zes en tien jaar geleden.

Het land zelf is erg mooi en divers. Zeer groen, exotisch en uitgestrekt. En voor ieder wat wils. Prachtige stranden, hoge bergen, laaglanden met veel water, veel landbouwgebieden met rijst, bananen en kokosnoten. En wat het voor ons backpackers zo leuk maakt is de infrastructuur die je hier vindt. Goedkope guesthouses waar je leuke kamers met vaak een balkon, veranda of tuin kan vinden, heerlijke restaurantjes waar je alles kunt eten en drinken wat je maar kan bedenken, ook daar vaak met geweldige terrassen of de mooiste uitzichten. Allemaal zaken die we in de voorgaande landen maar mondjesmaat konden vinden dus extra lekker om het einde van onze reis zo af te sluiten.
Daaraan gekoppeld natuurlijk het heerlijke weer dat we hebben gehad. Iedere dag rond de dertig graden, vrijwel geen regen en 's nacht niet zo warm dat je er niet van kan slapen. November en december zijn dan ook de ideale maanden om hier te reizen, één groot feest. Leuk bijkomend verschijnsel: de andere reizigers. In alle landen hiervoor zijn we amper andere reizigers tegengekomen maar dat is hier wel anders. En aangezien bijna iedereen aan de hand van de Lonely Planet rondreist kom je elkaar ook keer op keer weer tegen. Zo kwamen wij in bijna alle plaatsen waar we zijn geweest zijn een Nieuw Zeelands stel (Kiwi's) tegen, Ben en Jihan, hij oorspronkelijk uit Maleisië en zij van Indonesië. Een jong, vrolijk aanstekelijk stel, lekker vrij in het leven. Wereldburgers en een verademing om dit soort mensen tegen te komen.

Dat reizen niet zo snel gaat als in bijvoorbeeld Japan moge duidelijk zijn. Toch hebben we ook hier onze kilometers wel weer gemaakt. Begonnen in Mumbai, met de trein naar Panaji - hoofdstad van de provincie Goa en daar een aantal dagen heerlijk aan het strand gezeten in Anjuna. Via Panaji en Margao - beide oud Portugese stadjes - met de trein naar Hampi. Een prachtig gebied met de mooiste tempelcomplexen die we hier hebben gezien. Beetje Angor Wat in Cambodja, zo uitgestrekt dat we er twee dagen goed hebben kunnen wandelen. Van Hampi met een slaapbus - met een heus tweepersoons bovenbed - via Bangalore naar Mysore en daar vandaan met de bus naar Ooty, een hillstation op 2400 m hoogte. Met een taxi - af en toe moet je jezelf wat luxe gunnen - en trein naar Cochin, een erg leuk stadje met een hoog gehalte aan Hollandse VOC invloeden en daarna naar de backwaters van Allapphuza. Ook weer met een taxi door naar Varkala waar we drie dagen goddelijk niets hebben gedaan behalve een beetje zwemmen in zee, lekker eten en heerlijk relaxen. Na Varkala een blok van anderhalve week tempel bezoek. Eerst Kanyakumari - het meest zuidelijke, en daarom heilige, puntje van India, daarna met de trein naar Madurai om het Sri Meenakshi tempelcomplex te bekijken, door naar Trichy en vanuit Trichy bezoek aan een prachtig tempelcomplex in Tanjore. Van Kanyakumari tot en met Tanjore behalve bijzondere tempels ook stoffige en vieze steden en daarom voor de laatste week besloten om alleen nog rustige plekken aan te doen. Eerst drie dagen Pondicherry, een voormalig Frans stadje waar we een dure maar heerlijke kamer hadden in een oud koloniaal huis en daarna de laatste dagen aan zee in Mamallapuram, 50 km onder Chennai en een heerlijk backpackers dorp met alle geneugten van dien. Onze terugreis naar Nederland, na 175 dagen reizen, in twee etappes: eerst van Chennai vliegen naar Mumbai en van Mumbai, via Wenen, door naar Amsterdam.

Een prachtige reis door een heel bijzonder Zuid India. Soms een beetje afzien maar over het algemeen ook weer erg makkelijk allemaal. Beide erg blij dat we er voor hebben gekozen om ons half jaar in India te beëindigen want gewoon een heerlijk land om te zijn.
Niet op de laatste plaats vanwege het eten en de vanzelfsprekende vegetarische keuken. Het is hier normaal dat een restaurant vegetarisch is en wanneer men vlees of vis serveert wordt dat speciaal aangegeven. Zou bij ons eigenlijk ook zo moeten zijn. En met al die heerlijke curries die we hier hebben gegeten - met erg goede rijst, carlic naans, chapati's, raita en meer van dat lekkers en als drinken fresh lemon soda, sweet lassi, fruitshakes of heerlijke chai vrijwel iedere dag een feestje. Bijna nergens kan je alcohol krijgen en als het er wel was smaakte het Kingfisher bier erg lekker. We hebben zelfs een aantal keren een fles Indiase wijn weten te bemachtigen en die smaakte - tot onze verrassing - behoorlijk goed. Kan ook iets zeggen over onze ontwenning qua wijn drinken maar dat zal thuis wel blijken.
India is, zeker in vergelijking met de andere landen, erg goedkoop gebleken. We hebben vrijwel altijd voor wat duurdere kamers gekozen, de duurdere treintickets, af en toe een taxi i.p.v. de bus en een binnenlandse vlucht van Chennai naar Mumbai en desalniettemin hebben we maar 55 euro per dag met ons tweetjes uitgegeven. Je kan gerust voor de helft van het geld reizen, menig backpackers doet dat ook, maar wij vonden het feestelijk zo.


Ondanks alle bedenkingen, de vragen die worden opgeroepen en de soms wat mindere omstandigheden is ook dit weer een geweldige reis geweest. Een reis die we niet zouden hebben willen missen en echt een aanvulling op de voorgaande landen.
Helaas is het dit keer niet gelukt om de foto's op onze website te zetten, vanwege het simpele feit dat het internet gewoon te langzaam is om ze op te laden. Die komen later dus nog wel een keertje en anders kom je ze thuis maar een keertje bekijken. Misschien tot dan, voor nu

Heel veel liefs en een dikke zoen,

JaMi




  • 02 Januari 2011 - 14:49

    Melle:

    Hi beiden,

    wat een inspirerend verhaal. en stof tot nadenken..

  • 02 Januari 2011 - 20:36

    Karen Helliesen:

    Hoi Jacqueline,
    Wat een verrassing om al jouw reisverslagen te ontvangen! Het duurde even voordat het me daagde wie JaMi zijn (ook bij Petra). Wat fantastisch dat jullie weer zo'n reis kunnen maken! Kan je daarna in het kille Nederland wel weer 'landen' en 'gewoon' weer aan het werk gaan? Lijkt me moeilijk. Sterkte daarmee. Groetjes, Karen

  • 02 Januari 2011 - 21:46

    Yvonne Schleyper:

    Heeee, ha ik heb nu alles gelezen! De woorden werden echte beelden voor me, erg leuk dat ik mee mocht reizen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jacqueline & Michel

Dagboek met reisverhalen en belevenissen van onze reis van 13 juli 2010 t/m 4 januari 2011, in totaal 175 dagen 'on the road'.

Actief sinds 12 Juli 2010
Verslag gelezen: 3901
Totaal aantal bezoekers 33125

Voorgaande reizen:

13 Juli 2010 - 04 Januari 2011

Rondreis Azië

Landen bezocht: